Ernest: Hell
Gepubliceerd: 2 September 2013 • Leestijd: 1 minuten en 50 seconden • Column Dit artikel is meer dan een jaar oud.Ernest van der Kwast is schrijver. Maandelijks schrijft hij een column in/voor Profielen. Vorig jaar verscheen zijn laatste boek: Giovanna’s navel.
Acht jaar oud was Tony Tomar toen hij voor het eerst bokshandschoenen aantrok. Tien jaar later meldde zijn moeder hem aan bij het zwaarste onderdeel van de Koninklijke Landmacht: het korps commandotroepen. Ze hoopte dat hij hier eindelijk in het gareel zou lopen. Negen jaar werkte Tony als commando, daarna was hij zes jaar lijfwacht. Toen werd hij portier van café De Witte Aap. Het was de barman die met hem wilde sporten. Dus nam Tony hem mee naar het Museumpark. Een passant vroeg of hij ook mee mocht doen. Langzaam werd de groep steeds groter. Bootcamp Tony was geboren. Nou ja, eerst noemden de cursisten het HELL. ‘Omdat ze de hele week spierpijn hadden’, vertelt Tony. De naam werd veranderd, maar de methoden bleven hetzelfde. Een militaire training met een knipoog.
Ik meld me op een zondagmiddag in het Museumpark. Zo’n twaalf cursisten hebben zich verzameld. We beginnen met vier rondjes hardlopen; na elk rondje moeten we 25 keer opdrukken. ‘Kan niet bestaat niet!’, hoor ik Tony schreeuwen naar een meisje dat na twaalf push-ups wil opgeven. Eerder op de dag vertelde Tony mij dat hij weddenschappen met jongens sluit. Als hij hun vriendin helemaal in shape krijgt, dan krijgt hij een fles whisky van hen.
Eén van de elementen van de commando’s is dat de groep wordt gestraft als een cursist er niet is. Dan duurt de bootcamp geen twee maar tweeënhalf uur en moeten er honderd extra push-ups worden gedaan. Bootcamp Tony gaat altijd door, ook als het vriest en sneeuwt. ‘Op de sportschool geef je misschien zeventig procent’, zegt Tony. ‘Ik wil dat je alles geeft, dat je je grenzen verlegt.’
Bij de derde buikspieroefening op rij, kom ik niet meer overeind. ‘Pijn bestaat niet!’, schreeuwt Tony in mijn oor. ‘Pijn is een emotie!’ Ik bijt op mijn tanden en kom met het laatste beetje leven in mijn lijf overeind. Dan krijg ik twee bokshandschoenen toegeworpen. Ik moet ze aantrekken en zeventig keer boven mijn hoofd houden. ‘Ik wil dat je de hele week aan mij denkt!’, schreeuwt Tony nu tegen mij. Zijn gezicht is heel dichtbij. Ik kijk in zijn donkere ogen, ik wacht tot hij zal knipogen, maar dat doet hij niet.
Maandagochtend kom ik niet zonder hulp uit bed, dinsdag doet het vasthouden van mijn tandenborstel pijn, woensdag is het strikken van mijn veters nog steeds een opgave, donderdag sla ik mijn wekelijkse rondje Plas over, vrijdag probeer ik weer rechtop te zitten. In het weekend lukt het nog altijd niet om de vaatwasser uit te ruimen. Ik denk de hele week aan Tony.
Ernest van der Kwast
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top