Waarom wij onszelf geen tien waard vinden
Gepubliceerd: 12 November 2013 • Leestijd: 6 minuten en 25 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.We hekelen de zesjescultuur, hameren op excellentie en hunkeren naar toptalent. Maar als het erop aankomt, weigeren de meeste docenten een tien te geven, zo blijkt uit een onderzoek binnen de HR. ‘Een tien is voor God’.
Rust er werkelijk een taboe op de tien, zoals WdKA-docent en publicist Bart Siebelink vorige maand stelde in zijn column? Hij besloot het nader te onderzoeken en verspreidde een vragenlijst binnen de HR-community. Een initiatief dat werd beloond met een overweldigende respons van 318 docenten en 322 studenten; vaak vergezeld van waarderende opmerkingen in de trant van ‘leuk onderzoek!’ of ‘heel goed dat dit onderwerp eindelijk eens aandacht krijgt’. Kortom: het onderwerp lééft.
De zeldzaamheid van de tien staat buiten kijf: 80 procent van de studenten haalt en 69 procent van de docenten geeft er ‘vrijwel nooit’ een. ‘Een tien is perfect, bestaat perfect?’, vraagt een docent logistiek en economie zich retorisch af. ‘Een tien is voor Onze-Lieve-Heer’, aldus een docent psychologie. ‘Als student heb ik ooit geleerd: Een tien is voor God, een negen is voor de professor, en een acht is voor de student’, meldt een docent Nederlands voor buitenlandse studenten van de opleiding international business and management studies aan de RBS. Een eerstejaarsstudent technische informatica kan zich volledig verenigen met de tienenschaarste: ‘Dingen zijn nooit honderd procent goed, dus krijg je nooit een tien.’
Angst voor kritiek van collega’s
Veel invullers maken nadrukkelijk onderscheid tussen gesloten toetsen, zoals bijvoorbeeld een multiple choice-tentamen, en open werkstukken, zoals een verslag of project. In het eerste geval wordt een tien vele malen logischer gevonden dan in het tweede. ‘Ik geef zelf geen tien, maar als een student bij een digitaal tentamen alle vragen goed heeft beantwoord krijgt hij die automatisch’, aldus een docent van het Instituut voor Financieel Management (IFM).
Bij sommige docenten lijkt risicomijdend gedrag de boventoon te voeren. ‘Als ik een tien geef, vallen al mijn collega’s over mij heen’, bekent een docent verpleegkunde. Ook een collega van het instituut Communicatie, Media en Informatietechnologie (CMI) houdt er een bittere nasmaak aan over: ‘Ik gaf een paar jaar geleden een tien voor een afstuderen. Vervolgens kreeg ik allerlei vragen van collega’s en ook de student leek niet happy om bij de diploma-uitreiking in de spotlights te staan.’ Een docent onderzoek en media (CMI) noemt de tien dan ook ‘een groot dilemma’. ‘Dan moet het helemaal perfect zijn en achteraf gezien vind ik dan toch wel weer een foutje, waardoor ik spijt krijg dat ik die tien heb gegeven.’
80 procent van de studenten haalt, en 69 procent van de docenten geeft er ‘vrijwel nooit’ één
De hamvraag is echter niet hoe zeldzaam de tien is, maar hoe terughoudend ermee wordt omgesprongen. Stel: een student levert werk dat in alle opzichten excellent te noemen is. Helaas zitten er twee kleine slordigheidsfoutjes in. Geef je dan een negen of een tien?
Volgens het European Credit Transfer System (ECTS) zou hij een tien moeten krijgen. Want deze officiële richtlijn voor het harmoniseren van internationale beoordelingen omschrijft de hoogste waardering (scale A ofwel excellent) immers als ‘outstanding performance with only minor errors’. Toch geeft 53 procent van de docenten slechts een negen. Opmerkelijk is dat de studenten precies dezelfde uitslag laten zien. Hoewel geen enkele docent de ECTS-richtlijn noemt, zou toch krap de helft een tien geven. ‘Slordigheidsfoutjes maakt iedereen. Als een student in alle overige opzichten excellent te noemen is, moet je dat belonen’, meent een docent pedagogiek van het Instituut voor Sociale Opleidingen. ‘Over het algemeen ben ik voorzichtig. Een negen is al geweldig. Maar als ik het briljant vind, denk dat het niet beter kan, dan maken een paar foutjes me niet uit. Het gaat om de totaalindruk’, aldus een docent bouwkunde. Bijna de helft van alle docenten beaamt de stelling dat er nogal wat mythevorming bestaat ten aanzien van het cijfer tien, waardoor er extra terughoudend mee wordt omgesprongen. Van de studenten onderschrijft 67 procent deze overtuiging.
Conclusie: zowel onder docenten als onder studenten leven uiteenlopende interpretaties ten aanzien van de tien. Wie hem gelijk stelt aan absolute perfectie, zal er praktisch nooit een toekennen. Maar wie de tien opvat als de hoogst haalbare beoordeling zal niet aarzelen hem zo nu en dan uit de gereedschapskist te halen. Persoonlijke normen en religieuze invloeden winnen het van richtlijnen zoals ECTS. Hoeveel studenten zal hierdoor ten onrechte een tien door de neus zijn geboord na het leveren van een topprestatie?
Motivatieboost
Gevraagd naar zijn reactie op deze onderzoeksresultaten, herkent bestuursvoorzitter Ron Bormans de Nederlandse cultuur van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. ‘Persoonlijk zou ik de student met de twee schoonheidsfoutjes zeker een tien geven, op voorwaarde dat die foutjes niet te maken hebben met de kern van zijn professie. Ik realiseer me dat dit een risicovolle uitspraak is. Maar als ik hoor dat sommige docenten geen tien geven uit angst voor kritiek van collega’s, is het hoog tijd om te werken aan een positieve professionele cultuur. Ik zou graag zien dat docententeams onderling criteria ontwikkelen waarbij een tien kan worden toegekend. Dan kun je er ook op professioneel niveau met elkaar over in debat gaan. Zo is er binnen het hbo heel veel aandacht geweest voor criteria wanneer een zes en wanneer een vijf moet worden gegeven. Begrijpelijk, want voor een student ligt daar het verschil tussen slagen of zakken. Maar als we excellentie in Nederland tot speerpunt verheffen en topprestaties willen belonen, hebben we ook heldere referentiekaders nodig voor de tien.’
‘In de VS worden hoge cijfers ook toegekend om te belonen en aan te moedigen’
Als het aan staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs ligt, gaan we in Nederland ook meer die kant op. ‘Naast uitdagender onderwijs moet goed presteren meer gaan lonen. Nu is ieder diploma gelijk en maakt het eigenlijk niet veel uit wat er op je cijferlijst staat. Dat is niet bepaald een stimulans om je best te doen’, schrijft hij op 2 september in een opiniestuk in de Volkskrant onder de kop: Onderwijs moet grote talenten meer uitdagen.
Wat doet het eigenlijk met een student als hij een tien krijgt? Dan spring ik een gat in de lucht. Geeft me een enorme boost aan motivatie’, zegt een tweedejaarsstudent ruimtelijke ordening & planologie. ‘Het zegt dat ik het onderwerp perfect beheers, dit werkt goed voor mijn zelfvertrouwen en motivatie’, aldus een derdejaarsstudent aan de lerarenopleiding biologie. Verder komen de woorden blij, super, voldaan en trots veel voor bij de studenten. Overigens niet bij allemaal. Een tweedejaars logistiek en economie zegt dat een tien hem ‘niet zoveel’ zou doen. ‘Ik ben blij met een zes of hoger. Een tien kost te veel tijd met studeren.’
Op meerdere plekken binnen de hogeschool circuleren overigens al geruime tijd zelfontwikkelde richtlijnen voor de tien. Zo hanteert de opleiding werktuigbouwkunde sinds twee jaar op de beoordelingsformulieren voor stages en afstuderen extra criteria voor een negen of een tien. ‘Bijvoorbeeld wanneer er een octrooi is aangevraagd op de vinding van een student, wanneer het afstudeerwerk is gepubliceerd, of wanneer analyses op het hoogste niveau zijn uitgewerkt. We zijn er best trots op’, aldus docent Jac Vermeulen. Op de Willem de Kooning Academie circuleert een ‘handleiding becijfering’ die een tien toekent wanneer een student ‘de opdracht is ontstegen door een eigenzinnig en vernieuwend ontwerp te leveren waarbij het conceptueel én visueel kritisch herbevragen van het onderwerp centraal staat. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat er nog steeds sprake mag zijn van ‘minor errors’.’
In het rapport Cijfers ontcijferd uit 2006 signaleert de Nuffic dat het Nederlandse puntensysteem sterk afwijkt van dat in de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk. ‘De echt hoge cijfers worden zelden toegekend, ongeacht de prestaties. Bij de officiële invoering van de 1-10-schaal in de late 19e eeuw gold de tien als toonbeeld absolute perfectie. Maar in de praktijk werd het als blasfemisch gezien om een gewone sterveling met een tien te belonen, dus nam de negen de hoogste plek in. Pas met de komst van multiple choice tests werd ook een tien opeens haalbaar. Maar voor andersoortige werkstukken blijft de tien doorgaans buiten bereik. Daarin verschilt onze traditie van die in de VS, waar de hoge cijfers ook worden toegekend om te belonen en aan te moedigen.
Bart Siebelink
Illustraties: Wendy van der Waal en Magazinestudio.nl
Alle antwoorden van de studenten staan in een aparte pdf.
Alle antwoorden van de docenten staan in een aparte pdf.
Op twitter is al een klein debatje ontstaan:
We hekelen de zesjescultuur, maar durven de 10 niet te geven. Wie geeft mijn HR-collega @Bart_Siebelink antwoord? http://t.co/iv4ixV93aA
— Ron Bormans (@ronbormans1) November 12, 2013
@ronbormans1 @Bart_Siebelink Een 10 mag en moet mits voldaan aan criteria. Simpel. Moeilijk? Overleg met collega. Doe student recht = norm.
— Tine van Duijn (@TinevanDuijn) November 12, 2013
@ronbormans1 @profielen @Bart_Siebelink geen moeite om op basis van heldere toets matrijzen een 1 of 10 te geven. Zelden heldere matrijs.
— Hans van Stiphout (@Stipsenior) November 12, 2013
– Deze reactie is door de redactie verwijderd –
Ook interessant om te melden is dat de cum laude regeling voor een groot aantal opleidingen verhoogd is van een rekenkundig gemiddelde van 8,0 naar een 8,5 sinds 3 jaar terug. Dat wil zeggen dat men voor elke 7 een 10 moet halen! Hierdoor is het bij veel opleidingen (met veel projecten, werkstukken, etc.) bijna of zelfs volledig onmogelijk cum laude af te studeren. Hierdoor maken studenten van de zelfde opleiding bij andere instanties, waar een 8,0 nog een cum laude diploma oplevert, meer kans aangenomen te worden bij (sommige) vervolg opleidingen. Toch balen als die excellente student dan een docent treft die een 10 liever aan god geeft waardoor die master naar wens in het water valt…
Ik kreeg eens een 10 voor een proefvertaling Frans op de middelbare school. Toch stonden er drie fouten op aangegeven. Desgevraagd zei mijn leraar: een 10 betekent niet foutloos, het cijfer staat voor ‘uitmuntend’. Ik had op andere plaatsen juist een prachtige vertaling gegeven.
Het ECTS wordt weer erbij haalt als voorbeeld, maar besef wel dat dit niet meer is dan een richtlijn. Het is geen reglement of verordening.
Het onderwijsstelsel mág hiervan afwijken indien dit te verantwoorden is. Nu weet ik niet wat de onderbouwingen zijn voor deze keuze, echter kan ik mij goed voorstellen dat één ervan zal zijn dat men zich hier niet kan vinden in de omschrijving van de ‘excellent’ waardering.
Een 10 duidt perfectie aan vind ik. Zelfs ‘minor errors’ zouden hierin niet toegestaan mogen zijn. Het geeft aan dat het niet beter kan, maar het kan altijd beter.
Om niet in het oneindige door te gaan zou je kunnen stellen dat een 10 gegeven kan worden wanneer aan alle eisen is voldaan, plus nóg iets extra’s. Dat mag dan zelf ingevuld worden, en kan bovendien een uitdaging zijn om de creativiteit tentoon te stellen. Tot slot heb je daar bovenop nog de eis dat het geheel foutloos en te verantwoorden moet zijn.
Een 10 voor God is een vrij bekrompen redenatie. Ik vind dat een 10 moet gelden voor een student wiens werk zo goed is, dat zijn niveau zo goed is als je met zijn kennis kunt verwachten. Dat wil zeggen: een student heeft in zijn werk aangetoond dat hij de lesstof volledig beheerst én kan toepassen.
Overigens vind ik dat werkstukken vaak grotendeels op vorm beoordeeld worden en niet op inhoud. Ik krijg regelmatig beoordelingen waarin er zijdelings notities over inhoud staan, maar vooral commentaar is op de vorm waarin het gegoten is. Temeer omdat richtlijnen voor die vorm regelmatig summier te noemen zijn.
We moeten studenten dus ook uitleggen wát ze moeten doen om een 10 te halen. Ook als ze een voldoende hebben kan het dat ze onderdelen van de stof onvoldoende beheersen. Dat zou betekenen dat we meer moeten terugkoppelen dan alleen maar een cijfer.
Studenten komen zelden met een voldende naar de tentamen inzage, dus hoe gaan we er voor zorgen dat ze wel die terugkoppeling krijgen?
We zijn te veel bezig met rekenen en denken dat precisie van 1 tm 10 gewaarborgd is, maar aan de andere kant moeten cijfers niet verworden tot stimulans: ze moeten inzicht geven in de geleverde kwaliteit. In de VS bestaat het systeem A tm E en beslaat A bijvoorbeeld de range vanaf 9minus tot 10, ofwel: er is ruimte voor enige imperfectie. Dat vergt motivatie van een docent voor een beoordeling, prachtig toch?! Een getal suggereert precisie, zeker op een schaal van 1-10. Maar niemand (uitgezonderd MC-toetsen) kan die perfectie in het beoordelen garanderen. We zijn dus met ‘nauwkeurige’ cijfers 1 tm 10 in onze eigen val getrapt. In een beoordelingsmatrix kun je prima vastleggen wat een 10 vertegenwoordigt, enige imperfectie mag dan best.
[…] Dit is ook een leuke (en gelieerde) discussie: Waarom wij onszelf geen tien waard vinden. […]
Een tien lijkt mij het plafond van het HBO. Dat bestaat, want er is meer dan dat. Door geen 10 te durven geven zeg je eigenlijk dat het plafond van het HBO nooit is bereikt/ niet bereikt kan worden. Terwijl er studenten zijn die prima presteren op de unie. Wat mij betreft dus door dat plafond heen breken en die een 10 soms verdienen. Het is ‘t plafond van het HBO, geen perfectie.