Cmr vindt stemmen in beslotenheid veiliger
Gepubliceerd: 7 February 2019 • Leestijd: 3 minuten en 56 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.In openbare vergaderingen van de centrale medezeggenschapsraad (cmr) wordt er tegenwoordig niet meer in het openbaar gestemd over agendapunten. ‘Leden vinden het niet altijd prettig om vrijuit te zeggen wat ze vinden’, reageert voorzitter Sjoerd van Vliet.
Het stemmen en ook een deel van de discussie vindt plaats tijdens een schorsing waarbij de leden van het college van bestuur (cvb) en het publiek de vergaderzaal moeten verlaten. Na de schorsing maakt de voorzitter in het openbare deel van de vergadering de uitslag van de stemming bekend. Daarna bestaat de mogelijkheid om als cmr-lid een stemverklaring af te leggen, maar daar wordt nauwelijks gebruik van gemaakt.
Van deze werkwijze is al een tijd sprake en vorige week heeft de nieuwe samenstelling van de raad er weer voor gekozen.
‘Zonder groepsdruk of consequenties’
In de ogen van Koen Castenmiller, voorzitter van de studentengeleding van de cmr (sgmr), werkt het in beslotenheid stemmen prima. ‘Het belangrijkste is dat ieder lid vrij zijn mening kan uiten, dat iedereen zich veilig voelt dit te doen. Zonder groepsdruk en zonder consequenties.’
Castenmiller weet niet of er daadwerkelijk consequenties zijn te verwachten, maar kan zich voorstellen dat een medewerker die in de cmr zit last kan krijgen met zijn directeur als hij bij een bepaald agendapunt tegenstemt.
‘Splijtende media-aandacht’
Ook wijst Castenmiller op de aandacht van Profielen voor de cmr-vergaderingen. Zoals bijvoorbeeld de berichtgeving over het bsa-debat, waarin studenten tegenover docenten en medewerkers kwamen te staan. ‘In de media worden groepen met een meningsverschil tegen elkaar opgezet. Maar we zijn als cmr één geheel, we stemmen als één raad. Dat vind ik belangrijk.’
De discussie in 2017 over het verhogen van het bindend negatief studieadvies naar 60 punten bij COM (commercieel management) was de inleiding van een roerige periode binnen de cmr. Toen de cmr tegen de verhoging stemde, nam het college van bestuur de cmr het instemmingsrecht af. De discussie die daarna binnen de cmr ontstond, leidde tot een gelekt juridisch advies, een studentlid dat zich bedreigd voelde en opstapte en, na een interventie van de raad van toezicht, tot een vredesverdrag met het college van bestuur.
‘Organisatie is nog niet zover’
Voorzitter Sjoerd van Vliet constateert dat er op de HR ‘managers en directeuren zijn die soms moeite hebben met het standpunt van hun medewerker’. Van Vliet: ‘In een parlementaire situatie kun je zonder last of ruggespraak handelen. Dat zou hier ook zo moeten zijn, maar je hebt te maken met arbeidsverhoudingen van de medewerkers in de cmr. Ook bij studentleden is er sprake van een zekere gezagsverhouding op hun onderwijsinstituut.’
De constateringen van Castenmiller en Van Vliet schuren met artikel 27 van het reglement van de cmr (inloglink) waarin is bepaald dat leden en ook oud-leden van de cmr niet mogen worden benadeeld ‘in hun positie met betrekking tot de hogeschool’.
De cmr heeft dit reglementsartikel over rechtsbescherming niet in het openbaar aan de orde gebracht. Van Vliet zegt geen harde bewijzen te hebben dat cmr-leden door bijvoorbeeld hun instituutsdirecteur zijn benadeeld en geeft aan dat het vooral om een gevoel gaat. Van Vliet: ‘Wij willen wel graag toe naar een ander gevoel. Die voorzichtigheid moet eruit.’
Zelf vindt Van Vliet dat je in een vergadering alles moet kunnen zeggen: ‘Maar je merkt dat we in deze organisatie nog niet zover zijn.’ Net als Van Vliet vindt Ed Catijn, voor het derde jaar in de cmr, het voor zichzelf geen probleem om in het openbaar te stemmen en te zeggen wat hij vindt. Maar hij begrijpt de voorzichtigheid en wijst daarbij op de verschillen tussen medewerkers en studenten in de raad, en tussen ervaren en niet-ervaren leden.
Catijn: ‘Nieuwe leden vinden het soms eng om in het openbaar een uitzonderingspositie in te nemen in een grote groep, met name als ze minder goed in het dossier zitten’, ervaart Catijn. ‘Een meerderheid van de raad vindt authentiek stemgedrag belangrijker dan transparantie. Daar is over gestemd en vooralsnog is dat de werkwijze.’
Lef hebben?
Over drie maanden wordt de werkwijze geëvalueerd, vertelt Van Vliet. ‘Op dat moment hebben we het weer over stemmen in het openbaar.’ Het openbaar stemmen erdoor drukken, vindt Van Vliet daarbij geen goed idee. ‘Je hebt te maken met een fatsoenlijke vergaderwijze en moet kijken wat het beste werkt.’
Voor studentlid Castenmiller is dat dus de huidige werkwijze. Maar moeten verkozen leden dan niet de guts hebben om, tegenover hun achterban, in het openbaar te stemmen? ‘Je kunt ook met je achterban communiceren over wat je gestemd hebt. En je kunt zelf naar de pers stappen.’
Rechtsbescherming
Studenten, docenten en medewerkers in de cmr moeten hun eigen werkgever of opleiding kunnen bekritiseren zonder dat ze benadeeld worden vanwege hun kritiek, zo staat in de reglementen van de cmr. Het college van bestuur (cvb) moet voor deze extra bescherming zorgen.
Ron Bormans, voorzitter van het cvb, zegt in een reactie op dit artikel dat hij hecht aan de ‘democratische waarde’ om je te kunnen uitspreken op de hogeschool. ‘Ik vind het erg als mensen het gevoel hebben dat ze zich niet kunnen uiten. Ik zou me graag persoonlijk garant stellen voor de bescherming van iedereen die door het uiten van een mening in de problemen komt binnen de hogeschool. Dat geldt niet alleen voor mensen in de medezeggenschap, maar ook meer in het algemeen – en dus ook voor de mensen die in het openbaar comments achterlaten op artikelen van Profielen.’
Bormans vindt dat mensen niet te snel de conclusie moeten trekken dat het delen van je mening gevaarlijk is. ‘Je moet een beetje moed hebben om te zeggen waar het op staat. De mensen die dat wel doen, laten zien dat het kan. Als dat toch niet goed gaat, zal ik ingrijpen en bescherming bieden. Het is jammer als een onveilig gevoel de doorslag geeft om voor deze werkwijze te kiezen.’
Olmo Linthorst en Jos van Nierop
“Het is van belang dat er binnen de hogeschool, instituut, dienst, kenniscentrum of Centre of Expertise een veilige sfeer is waarbinnen studenten en medewerkers zich gesteund voelen wanneer zij die rol van kritische tegenspraak op zich durven nemen. Dit getuigt namelijk van betrokkenheid bij de hogeschool, ons onderwijs en onderzoek. We omarmen deze betrokkenheid, ook al is het soms wat onwennig als opvattingen schuren. Zolang dat schuren gebeurt op een ondergrond van het beste willen met de hogeschool, haar studenten en medewerkers, is die productief. Zonder wrijving geen glans.” – Citaat site Hogeschool – Ron Bormans,
Het is kenmerkend voor deze CMR dat personeel en studenten geen inzicht krijgen hoe de persoon die ze hebben gekozen stemt bij belangrijke dossiers en dat lijkt me volledig in strijd met algemene principes van verantwoording afleggen en transparantie en integriteit.
De CMR neemt volgens regels een besluit maar het belangrijk te kunnen vaststellen dat SGMR, PGMR maar ook binnen de PGMR het OP en DOB verschillend (kunnen) denken. Er is geen equivalent met het “geheim van de raadkamer”
Bovendien telt niet alleen de inbreng van de CMR in de besluitvorming. Er is noodzaak voor meer actuele openheid binnen de HR zodat alle werknemers en studenten vaker, makkelijker en met meer kennis van zaken over beleidsonderwerpen kunnen meepraten. Denk aan de besteding van extra miljoenen…
We zouden moeten gaan denken in ‘partnerschappen’, waarbij collega’s en studenten kunnen “meepraten” over thema’s die hun deskundigheid raken, bijvoorbeeld door digitale hulpmiddelen zoals Yammer.
Dit is m.i. slechts anders als het de interne werkwijze van de CMR betreft zoals stemming over de positie van een voorzitter e.d. wat eerder heeft plaatgevonden toen ik lid was van de CMR
Kijk eens in de keuken van HvA, die zijn m.i. een stuk verder of moet ik dat anders zien?
http://www.hva.nl/medezeggenschap/cmr/vergaderingen/verslagen/18-19/verslagen-18-19.html
http://www.hva.nl/medezeggenschap/cmr/advies/17-18/adviezen-cmr.html
Dus als er gestemd gaat worden treedt er een fase van afgeslotenheid, geheimzinnigheid en onduidelijkheid in? Dat is in tegenspraak met datgene waar medezeggenschap voor bedoeld is; betrokken medewerkers hebben en gebruiken de mogelijkheid om hun zegje te doen over belangrijke ontwikkelingen in ons schooltje. Als dat in bureaucratie vervalt (reglementen van orde, artikel zus en zo) span je het paard achter de wagen. Als ik bij een CMR-vergadering kom zitten en weiger de zaal te verlaten als er gestemd gaat worden? Bellen jullie de politie?
Tja. Arthur en Ad, ik waardeer jullie visie op democratie en ben het er zelfs ten diepste mee eens.
Wat ik niet zo waardeer is jullie vijandige toon, het doet volgens mij geen recht aan de werkelijkheid en het is m.i. onnodig polariserend.
Jullie zijn gewaardeerde hogeschoolcollega’s. Ik hoop op mijn beurt óók een gewaardeerde hogeschoolcollega te zijn.
@Ad, jij zou toch ook geen politie op míj afsturen als ik een vertrouwelijk overleg zou binnenstappen (bijv. een MDO over zorgwekkend gedrag van een student)
Nee, je zou me vragen wat ik te brengen had en als datgene wat ik zou willen vertellen op dat moment ongepast of niet ter zake doend was…zou je me vriendelijk verzoeken de vergadering te verlaten omdat ik (op dát specifieke moment!) storend was…
En uiteraard zou ik daar gehoor aan geven en vragen of we elkaar op een passend moment konden spreken.
(En natuurlijk weet ik ook wel dat deze vergelijking mank gaat, omdat CMR-leden gekozen zijn maar het gaat me om het respect voor elkaars harde werk + goede intenties. Overeind blijft bovendien dat je als CMR-lid gekozen bent zonder last of ruggenspraak)
Fijn Simone, dat je het ‘ten diepste’ met Arthur en mij eens bent. Alleen staat de toon je niet aan. ‘Je hebt wel gelijk, maar je moet het niet zo zeggen’. Vervolgens vergelijk je een stemronde in de CMR met een ‘vertrouwelijk MDO over zorgwekkend gedrag van een student’. Daarna stel je dat deze vergelijking mank gaat en waarom. Ik zou zeggen; gebruik geen mank gaande vergelijkingen. Je vraagt ‘respect voor elkaars harde werk + goede intenties’. Wil dat zeggen dat kritiek per definitie ongepast is? Volgens mij is het omgekeerde waar; juist door iemand van repliek te dienen, toon je respect. Het alternatief is negeren. Dat is pas respectloos.
Ha Ad, nou, dan heb jij dus veel respect voor mij begrijp ik… want je dient me goed van de repliek 🙂
(Overigens bestrijd ik dat de CMR het alternatief negeert, haha, daarin wil ik jóu dan wel weer respect betonen!)
Beste Ad, nog even… 😉
Eigenlijk gaat het hier over het balanceren tussen Vertrouwelijkheid en Vertrouwen (ik denk dat daarom mijn ‘mankgaande’ voorbeeld over het MDO bij me oppopte!)
Decanen opereren dagelijks in dit spanningsveld omdat studenten zeer privacygevoelige dingen vertellen. Daarom is Vertrouwelijkheid aan de ene kant natuurlijk een groot goed. Aan de andere kant: zonder Vertrouwen van de decanen (in elkaar, de studenten, de eigen leidinggevende, de instituten, de diensten, het CvB) zou er een totaal onwerkbare situatie ontstaan en daar kan geen protocol Zorgwekkend Gedrag tegenop!
Aan jou de opdracht om, bij wijze van vingeroefening, dit voorbeeld eens uit te werken naar de balans die de CMR- het CvB – de hele Hogeschool Rotterdam met elkaar moeten zien te bewaren.
Ik heb er Vertrouwen in dat je het kan – je bent immers Ethiek-docent…