De HR denkt dat er ‘enige honderden studenten’ in aanmerking komen voor de terugbetaalregeling. Woordvoerder Carmen Mo Ajok: ‘De daadwerkelijke aantallen worden pas inzichtelijk ná de terugbetaalactie.’

Afgestudeerden en andere oud-studenten krijgen het onterecht betaalde licentiegeld vooralsnog niet terug, schrijft de HR in het Hint-bericht over de terugbetaalregeling. ‘Wij richten ons met de terugbetaalactie op de zittende hogeschoolgemeenschap’, stelt Mo Ajok. ‘Dat is onze doelgroep.’

Nog naar kijken

In de vergadering van de studentenraad (sgmr) hield collegevoorzitter Ron Bormans nog een slag om de arm. ‘Daar moeten we nog naar kijken’, zei hij nadat sgmr-lid Marjolein Verbeek benadrukte het heel erg ‘vreemd’ te vinden dat afgestudeerden niet in aanmerking komen. Bormans zegde ook toe dat alle studenten een mail krijgen met informatie over de terugbetaalregeling; sommige onderwijsinstituten hebben de regeling overigens al zelf gecommuniceerd.

Enkele sgmr-leden vroegen zich af waarom de gedupeerden zelf actie moeten ondernemen om het geld terug te krijgen. Het heeft te maken met het moeten verantwoorden van deze uitgaven, reageerde Bormans die nog wel een keer met de juristen van de HR wil nadenken over het ‘oprekken van de bewijslast’.

In hun recht

De HR heeft tot de terugbetaalregeling besloten na de inventarisatie die de afgelopen maanden is uitgevoerd en die volgde nadat studenten van de Ad accountancy de licentie voor een managementgame, die zij als toets moesten maken, à 32,50 euro, met opzet niet hadden betaald. De bewuste studenten bleken in hun recht te staan. De HR had, volgens de WHW (Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek), een kosteloos alternatief moeten aanbieden.

Uit de inventarisatie blijkt dat studenten op heel veel meer plekken zelf voor hun digitale leermiddelen moeten betalen. ‘Er is met name gebleken dat studenten in sommige gevallen alleen na aanschaf van de licentie toegang kregen tot een toets, waardoor zonder licentie dus geen studievoortgang kon worden geboekt’, staat in het Hint-bericht.

Soms wél betalen

Sommige digitale middelen moeten studenten wèl zelf betalen, zoals de software die je thuis of op een laptop gebruikt (bijvoorbeeld Microsoft Office, SPSS) of (oefen)licenties die je vrijwillig hebt aangeschaft.

In het geval er niet volgens de wet is gehandeld, komen studenten die kunnen aantonen dat ze hebben betaald in aanmerking voor de terugbetaalregeling. Studenten ontvangen binnenkort via hun instituut informatie over deze regeling. Alleen volledig ingevulde aanvragen worden in behandeling genomen, stelt de HR, die ook gaat bekijken of de door de onderwijsinstituten aangeboden kosteloze alternatieven daadwerkelijk dat predicaat verdienen.

Woordvoerder Mo Ajok: ‘Het verschilt per opleiding of instituut of voor een betaald digitaal leermiddel een kosteloos alternatief wordt aangeboden. Een aantal opleidingen biedt alternatieven, andere niet. Voorbeelden zijn een boek of een uitgeklede versie van het digitaal leermiddel.’

Huidige tijdgeest

De HR vraagt zich wel af of de huidige regels ‘in voldoende mate meebewegen met de ontwikkelingen in het onderwijs en of deze nog aansluiten bij de huidige tijdsgeest’. Hierover gaat de HR in gesprek met onder andere de Vereniging Hogescholen en het ministerie van OCW.

De huidige inventarisatie en de terugbetaalregeling richt zich overigens op digitale leermiddelen, en dus bijvoorbeeld niet op verplichte studiereizen, waar eerder ook discussie over was. In de mail die studenten ontvangen, komt overigens wel iets te staan over álle onterecht betaalde kosten. Dat zegde Bormans vanmiddag toe nadat sgmr-lid Brian van der Sluijs daar om had gevraagd. Bormans: ‘In de mail komt te staan dat, als je van mening bent onterecht betaald te hebben, je dan contact kunt opnemen met het bedrijfsbureau of de onderwijsmanager.’

Mo Ajok: ‘In zijn algemeenheid moeten studenten betalen voor leermiddelen die relevant zijn voor de opleiding. Voorbeelden zijn een rekenmachine, boeken, syllabi maar ook een labjas bij de laboratoriumopleidingen of penseel en andere materialen bij kunstopleidingen.’

Jos van Nierop