Op zoek naar de essentie #10: Vind je het gek dat studenten zoveel moeten herkansen?
21 September 2023Menig curriculumschema ziet eruit als een door kleuters gebouwd Lego-kasteel: bontgekleurde grote en kleine blokjes die min of meer een geheel vormen. Alleen doen ze dat vaak niet. Al die versnippering maakt voorbereiden, focussen en leren lastig, betoogt Mark Smit in zijn tiende blog.
Vaak is er wel een structuur te herkennen in het curriculumschema. Verticale stroken geven de toetsperiodes aan. Aan het eind van het jaar zijn die stroken nog wat breder, want er moet ruimte zijn voor herkansingen. In de lesroosters zie je dat ook terug, in de door de week verspreide lesblokken met totaal verschillende vakken, werkcolleges, hoorcolleges et cetera. Een week of acht hetzelfde, en dan een week vol toetsen. Daar tussendoor uren, dagen of dagdelen met niets erin. Die zijn voor ‘zelfstudie’.
Voor de meeste studenten is dit niets nieuws: ze zijn het gewend vanuit het voortgezet onderwijs. Zo gaat het nu eenmaal.
Maar waarom is dit eigenlijk de norm geworden? Waarom verwachten we dat studenten in staat zijn om gedurende een dag meerdere keren te switchen tussen onderwerp, lesvorm en werkvorm?
Als je al vol zit met het vorige werkcollege, wordt het lastig om je aan het eind van de dag nog op iets totaal anders te focussen. Er ontstaat onvermijdelijk concurrentie: voor welke les bereid je je wel voor, welke kan nog wel even wachten? Waar zet je jezelf wel in de leerstand, waar doe je het even rustig aan?
We vergeten weleens dat nieuwe dingen leren veel inspannender is dan dingen op routine doen. Voor ons als docent is de dag meestal goed door te komen omdat we een groot deel van de werkzaamheden al eerder hebben gedaan. Af en toe leren we bedoeld of onbedoeld wat nieuws. Maar het meeste is routine. Voor een student is dat anders. Vrijwel alles is nieuw, doe je voor het eerst en zonder zicht op waar je aan het eind staat. Dat is mentaal behoorlijk inspannend.
Een doordacht eenvoudig onderwijsontwerp houdt hier rekening mee. Het programma zit niet overvol, want er is nagedacht over de essentie. Er is ruimte voor oefenen, voor het opbouwen van routine. Je hoeft niet nét als je het een beetje denkt te snappen, over naar de volgende les of het volgende onderwerp.
Jazeker, er is tijd nodig om nieuwe dingen te laten bezinken, te laten indalen. Onderzoek naar leren toont aan dat bezinktijd essentieel is om kennis te laten beklijven. Maar dat pleit niet voor totale versnippering – even iets uitleggen en dan maar laten indalen. Voordat iets kan indalen, moet het wel goed geoefend zijn. Dat kost tijd en aandacht.
Het pleit voor een eenvoudig gestructureerd onderwijsprogramma waarin studenten langere tijd, minstens een dagdeel, liever een dag, met hetzelfde bezig kunnen zijn. Maar dan wel in afwisselende werkvormen. Tijd nemen om voorkennis te activeren. Korte instructies afwisselen met begeleid oefenen. Overleg in kleine groepen. Tijd voor pauzes. En vooral: niet te veel onderwerpen stapelen in een week. Liever een week met een of twee onderwerpen aan de slag in een kortere periode dan gedurende een lange periode constant switchen tussen onderwerpen. Daarna een week wat anders, zodat de vorige week kan indalen. En dan weer verder.
Als je in een nieuw, onzeker leerproces zit, is het prettig om regelmatig onderdelen af te kunnen ronden. In een geconcentreerd onderwijsprogramma kan dat: aan het eind van een week is er duidelijk voortgang geboekt in dat onderwerp. Je kunt nieuwe dingen, je hebt nieuwe inzichten. Die zijn zichtbaar te maken in presentaties of tussenproducten. In een versnipperd programma komt de ‘beloning’ pas aan het eind: toets gehaald, missie geslaagd.
Maar wel tegelijk met de afronding van die zes andere vakken … Het is ook niet verrassend dat toetsweken niet goed werken, en dat een of twee keer herkansen voor veel studenten de norm is geworden. Zeker voor de vakken die je in het versnipperde programma even wat minder aandacht had gegeven.
Natuurlijk, studenten moeten leren omgaan met het verdelen van tijd over meerdere activiteiten. Maar nieuwe dingen leren is al moeilijk genoeg, en je hoeft niet meteen alles tegelijk te kunnen.
‘Aan onze opleiding hebben we het huidige curriculum ontwikkeld volgens een aantal principes die complexiteit en verwarring moeten reduceren. Elke onderwijsperiode van tien weken slechts drie onderdelen van 2, 4 en 9 studiepunten. En per blok maar drie ‘toetsen’. Het laat zich raden waarnaar de aandacht van studenten uitgaat: het blok met de meeste studiepunten dat in ons geval het ‘project’ betreft waarin we studenten het meest willen laten leren. En waar in het vorige curriculum studenten bij het afstuderen verrast werden door de complexiteit van een afstudeeropgave, laten we studenten nu vanaf onderwijsperiode 1 in studiejaar 1 al wennen aan wat die opgave is. Geen afstudeerder meer bij ons die daarover nog in verwarring is. Die winst hebben we behaald. Wat niet is verdwenen is de stress van deadlines en toetsen: de huidige studenten die slechts drie toetsen hebben klagen daarover nog evenveel als de studenten die vroeger wel zeven deadlines of toetsten hadden. Dat is blijkbaar iets van alle tijden.’
Peter van Waart, hoofddocent CMI
‘Wij klagen over werkdruk, maar wat te denken van de werkdruk voor studenten als er zoveel parallel getoetst wordt aan het eind? Hoe beklijft al die leerstof? Wanneer vindt het leren dan plaats? Voor de studenten is die workload onwenselijk en vaak skippen ze lessen om te werken aan hun verslagen. Waarom zorgen wij er zelf voor dat studenten deze verkeerde keuzes maken? Ik zie in dit blog een mooi voorstel om het anders, en vooral beter, te organiseren.’
Monique van den Heuvel, hoofddocent IvG
Tekst: Mark Smit
Redactie: Olmo Linthorst
Illustratie: Marit Breuker
Meer blogs van Mark Smit
- Op zoek naar de essentie #1 – Te veel studenten zakken door onze angst dat ze onterecht slagen
- Op zoek naar de essentie #2 – Als een vak niet past, moet je het schrappen
- Op zoek naar de essentie #3 – Mag onderwijs soms ook leuk zijn?
- Op zoek naar de essentie #4 – Kan het een onsje minder met die volgepropte programma’s?
- Op zoek naar de essentie #5 – Waarom laten we studenten van die lange verslagen schrijven?
- Op zoek naar de essentie #6: Leerdoelenjungle en rubrics-terreur, wie snapt het nog?
- Op zoek naar de essentie #7: Hoeveel dwangmatige feedback kan een mens verwerken?
- Op zoek naar de essentie #8: Wie leest die giga-cursuswijzers eigenlijk?
- Op zoek naar de essentie #9: Laat roostersysteem en LMS niet het onderwijs dicteren
- Op zoek naar de essentie #10: Vind je het gek dat studenten zoveel moeten herkansen?
- Op zoek naar de essentie #11: Hoe zou je het zelf vinden om op al je werk schriftelijk te reflecteren?
- Op zoek naar de essentie #12: Je mag meer dan je denkt!
- Op zoek naar de essentie #13: Blind volgen van methodes is garantie voor tegenvaller
- Op zoek naar de essentie #14: Overbodige centralisatie – kunnen we niet beter zelf leren sturen?
- Op zoek naar de essentie #15: Grote cursussen maken het onderwijs ingewikkelder
- Op zoek naar de essentie #16: Hoe kwetsbaar kun je een programma maken?
Een hele herkenbare beschrijving die Mark geeft #10. Ook wij stopten onze studenten in jaar 1 vol met theorie in verschillende vakken.
Deze maand zijn wij bij de opleiding HRM in jaar 1 gestart met onderwijs vanuit hele beroepstaken. Studenten krijgen meteen te maken met een opdracht vanuit de praktijk of een praktijkcasus. Zorgvuldig opgebouwd in afnemende begeleiding en binnen 4-6 weken af te ronden met een onbegeleide opdracht. Geen toetsdruk meer door concurrerende vakken. 1 Hele dag per beroepstaak met voldoende momenten voor uitdaging, rust en focus. En expertcolleges waar nodig.
In 1 dag ben je die week klaar met je beroepstaak, (2 per week) en dat geldt ook voor de onbegeleide toets in een willekeurige lesweek.
Studenten op een goede manier uitdagen daar zijn wij op uit. Geen routine meer, maar aandacht voor de student en het leren.
Wij hebben hoge verwachtingen, studenten inmiddels ook 😉