Op zoek naar de essentie #14: Overbodige centralisatie – kunnen we niet beter zelf leren sturen?
25 October 2023Doorbreek de reflex om alles van bovenaf te regelen, betoogt Mark Smit in deze blog over goed onderwijs. Zorg er liever voor dat docenten leren hoe ze zelf hun problemen kunnen oplossen.
Als bestuurder heb je in een grote organisatie slechts indirect invloed op wat er op de werkvloer gebeurt. Voor directe invloed is de organisatorische en fysieke afstand nu eenmaal te groot.
Je belangrijkste stuurinstrumenten zijn beleid en (re)organisatie. Wanneer er iets grootschalig misgaat, dan wordt er meestal ingegrepen met nieuw beleid: aangescherpte regels, ver- en geboden, of veranderingen op organisatieniveau: een nieuwe managementlaag. Een projectorganisatie.
Ook op lagere niveaus is er een onweerstaanbare neiging aanvullend beleid te maken.
Een probleem dat ergens is ontstaan, wordt opgelost met beleid dat opeens ook geldt op plekken waar dat probleem niet bestaat. Roosterdiensten komen met extra regels en beperkingen. Een instituut/cluster/faculteit bedenkt eigen regels om bepaalde interne processen te ‘stroomlijnen’.
Er komt eerder beleid bij dan er wordt geschrapt. Niet zelden ontstaan er daardoor nieuwe problemen op plekken waar het eerder gewoon goed ging. Ik pleit daarom voor ‘beleidsbeheersing’, ter bestrijding en voorkoming van ongewenste complexiteit.
Het streven zou moeten zijn dat er op een zo laag mogelijk niveau wordt gestuurd, op basis van deskundigheid en doordachte afwegingen. Dat kan natuurlijk niet met alles. Op sommige vlakken is er op docent- of opleidingsniveau nu eenmaal te weinig kennis. Docenten hoeven zich niet te bemoeien met de manier waarop onze gebouwen worden verwarmd en hoe de centrale server met back-ups moet omgaan.
Maar – zeker in het hoger onderwijs – zijn er weinig andere zaken waarin we als hoogopgeleid team niet grotendeels of helemaal de verantwoordelijkheid zouden moeten kunnen nemen. Of zouden moeten léren nemen.
Juist doordat er veel gecentraliseerd is, ontnemen we onszelf de mogelijkheid om zelf dingen te regelen en daarvan te leren. Daar hebben we ook geen tijd voor, want een groot deel van het opleidingsbudget is al afgeroomd naar de centrale diensten.
Omdat we niet meer zelfredzaam zijn, gaan er te veel dingen mis. Dat wordt vervolgens centraal opgelost. Nog een project, nog een systeem, nog een adviseur. En de vraag is of het dan overal is opgelost, en er ergens anders geen nieuwe problemen zijn ontstaan. In zo’n complex systeem zie je al snel iets over het hoofd.
In de gedachte van de ‘doordachte eenvoud’ past het om verantwoordelijkheid zo dicht mogelijk bij de plek te leggen waar ‘het’ gebeurt. De complexiteit van een opleidingssysteem is – mits voldoende doordacht ontworpen – voor elke medewerker van die opleiding te doorzien. Voor een buitenstaander is dat al veel moeilijker, zeker als er tientallen opleidingen met elk hun eigen complexiteit aan het werk zijn.
Dit is geen pleidooi voor totale autonomie van opleidingen. Een bepaalde mate van centrale ondersteuning en regie kan behulpzaam zijn en is ook vaak nodig. Maar de sturing zou als hoofddoel moeten hebben: de zelfredzaamheid van opleidingsteams duurzaam te vergroten.
‘Ik vind dat de labels decentraal vs centraal in deze discussie oneigenlijk gebruikt worden: het is een valse dichotomie. De centrale afdelingen zijn te vaak een gemakkelijke zondebok. Het is niet óf het een óf het ander. Er zijn zaken die je centraal afspreekt, of in sommige gevallen centraal bepaalt, en dus ook centraal organiseert. Andere zaken zoek je zelf uit en daarvoor moeten er dingen decentraal georganiseerd zijn. Ze bestaan naast elkaar. En mocht je toch staan op die dichotomie dan is er nog altijd het middengebied “coördinatie”. Naast losse opleidingen zijn we ook de Hogeschool Rotterdam. Een hogeschool met regionale impact, en met (steeds merkbaarder en steeds relevantere) synergie. Die synergie is er niet zonder coördinatie en samenwerking. Natuurlijk moeten we elk dubbeltje omdraaien, maar als je echt gaat kijken is autarkie altijd duurder.’
Ernst Phaff, hoofddocent HRBS
Tekst: Mark Smit
Redactie: Olmo Linthorst
Illustratie: Marit Breuker
Meer blogs van Mark Smit
- Op zoek naar de essentie #1 – Te veel studenten zakken door onze angst dat ze onterecht slagen
- Op zoek naar de essentie #2 – Als een vak niet past, moet je het schrappen
- Op zoek naar de essentie #3 – Mag onderwijs soms ook leuk zijn?
- Op zoek naar de essentie #4 – Kan het een onsje minder met die volgepropte programma’s?
- Op zoek naar de essentie #5 – Waarom laten we studenten van die lange verslagen schrijven?
- Op zoek naar de essentie #6: Leerdoelenjungle en rubrics-terreur, wie snapt het nog?
- Op zoek naar de essentie #7: Hoeveel dwangmatige feedback kan een mens verwerken?
- Op zoek naar de essentie #8: Wie leest die giga-cursuswijzers eigenlijk?
- Op zoek naar de essentie #9: Laat roostersysteem en LMS niet het onderwijs dicteren
- Op zoek naar de essentie #10: Vind je het gek dat studenten zoveel moeten herkansen?
- Op zoek naar de essentie #11: Hoe zou je het zelf vinden om op al je werk schriftelijk te reflecteren?
- Op zoek naar de essentie #12: Je mag meer dan je denkt!
- Op zoek naar de essentie #13: Blind volgen van methodes is garantie voor tegenvaller
- Op zoek naar de essentie #14: Overbodige centralisatie – kunnen we niet beter zelf leren sturen?
- Op zoek naar de essentie #15: Grote cursussen maken het onderwijs ingewikkelder
- Op zoek naar de essentie #16: Hoe kwetsbaar kun je een programma maken?
Klinkt allemaal heel leuk maar de eerste vraag die opkomt is ‘Hoe dan?’ en voor je het weet ben je weer beleid aan het schrijven.
Tevens staat dit perspectief haaks op de blogs van andere docenten die juist aangeven zich te willen richten op onderwijs en niet op de administratieve rompslomp er omheen. Die rompslomp ontkom je ook niet aan als je een diploma van maatschappelijke waarde wilt afgeven want om de zoveel tijd staat er een accrediteur op de stoep en dan moeten je zaken gewoon op orde zijn.