Op zoek naar de essentie #7: Hoeveel dwangmatige feedback kan een mens verwerken?
5 July 2023En dan kom je erachter dat een student de feedback niet eens gelezen heeft … Hoe bereik je het werkelijke doel van feedback, namelijk de student een nieuw inzicht geven? Mark Smit onderzoekt het in zijn zevende blog in de serie over de essentie van goed onderwijs.
Het is hét toverwoord in modern onderwijs: feedback. Feed-forward en feed-up hebben we ook. De meeste docenten weten inmiddels ook dat je feedback op meerdere niveaus kunt geven, zoals op het resultaat, op de aanpak, op het leerproces en op de persoon als geheel. Die laatste variant heeft overigens een negatief effect op het leren.
Het geloof in het leereffect van feedback is inmiddels zo groot, dat we erin zijn doorgeslagen. Een beoordeling is niet af zonder een uitgebreide lijst met feedback. Bij voorkeur op alle niveaus en zowel kritisch als ‘opbouwend’. Als het even kan doen we dat ook nog een paar keer tijdens de rit, zodat we ook ‘formatief’ aan het werk zijn.
Teleurstelling volgt wanneer we constateren dat studenten nauwelijks iets met al onze goedbedoelde feedback hebben gedaan. Of dat bij navraag van de tien feedbackpunten maar twee zijn blijven hangen. Of dat je merkt dat studenten een beetje wanhopig worden van zo’n lange lijst. Of – het allerergste – als de feedback die je zo mooi hebt opgeschreven, helemaal niet is gelezen.
Maar eigenlijk is dit – bezien vanuit het streven naar doordachte eenvoud – goed nieuws. Studenten blijken beperkt behoefte te hebben aan feedback. Of, positiever gesteld: ze kunnen maar een beperkt aantal feedbackpunten in hun leerproces meenemen. Hooguit een of twee.
Studenten zijn daarin niet anders dan wij: als we na een evaluatiegesprek acht boodschappen meekrijgen, kunnen we in de praktijk maar met een of twee daarvan aan de slag.
Daar zit dus een enorm besparingspotentieel. Als we onze inspanningen richten op een of twee voor de student op dat moment bruikbare punten, dan is ons doel bereikt in veel minder tijd.
Ook daarmee kun je overigens nog de mist in gaan. Feedback is alleen bruikbaar als de student er op korte termijn iets mee kan doen. Feedback over wat een student beter hád kunnen doen (maar voorlopig niet meer gáát doen), heeft geen enkel effect, behalve misschien een gevoel te hebben gefaald. ‘Had ik maar …’
Minder feedback is dus beter. En het kan nog doordacht-eenvoudiger: een hardnekkig misverstand is dat feedback per definitie door de docent aan elke individuele student gegeven moet worden. Veel beter is het om even terug te gaan naar wat ook alweer het doel van feedback is: de student tot inzicht te laten komen over diens leer- en werkproces, waardoor-ie zichzelf kan bijsturen.
Er zijn veel meer mogelijkheden om dat inzicht te laten groeien dan alleen ongevraagd gegeven schriftelijke feedback. Een bekende is peer-feedback: studenten helpen elkaar bij het ontwikkelen van inzicht in hun leerproces. Hetzelfde effect heeft zelfbeoordeling, met als overtreffende trap: zelf tot kwaliteitseisen komen. Je kunt studenten bij peer- en zelfbeoordeling helpen met voorbeelden. Hoe vergelijk je jouw werk met het voorbeeld? Wat staat je nog te doen?
Het volstaat dan overigens niet om studenten het bos in te sturen met een paar voorbeelden en een puntenlijstje en dan te verwachten dat ze met elkaar het geanimeerde feedbackgesprek aangaan. Want dat gebeurt niet vanzelf; je moet erbij blijven. Maar die tijd heb je ruimschoots als je het uitgebreide schriftelijke, individuele feedbackproces zoveel mogelijk achterwege laat.
Een andere efficiënte manier is het geven van klassikale feedback. Bespreek veelgemaakte fouten, laat voorbeelden zien van wat er goed is gegaan. Bespreek dit met de klas en stel de vraag: wat is van toepassing op jouw werk en wat kun je zelf doen om het te verbeteren? Dit kost niet alleen veel minder tijd, het brengt studenten ook sneller naar waar je naar toe wilt: zélf kunnen beoordelen hoe je voortgang is op basis van zelfverworven kwaliteitsbesef.
Dat klinkt al een stuk professioneler dan passief opvolgen van gedetailleerdere feedbackaanwijzingen.
‘Hier geldt: less is more. Het gaat vaak niet om de details, maar om het grote geheel. Wat is er nú nodig in de ontwikkeling van de student? Wat kan er beter en waarom? En vooral: hoe draagt de feedback bij aan het inzicht van de student? Zorg ervoor dat je feedback geen verbeterlijst is, zorg ervoor dat de student zélf gaat zien waar het aan schort, individueel of in samenwerking met andere studenten.’
Monique van den Heuvel, hoofddocent IvG
Tekst: Mark Smit
Redactie: Olmo Linthorst
Illustratie: Marit Breuker
Meer blogs van Mark Smit
- Op zoek naar de essentie #1 – Te veel studenten zakken door onze angst dat ze onterecht slagen
- Op zoek naar de essentie #2 – Als een vak niet past, moet je het schrappen
- Op zoek naar de essentie #3 – Mag onderwijs soms ook leuk zijn?
- Op zoek naar de essentie #4 – Kan het een onsje minder met die volgepropte programma’s?
- Op zoek naar de essentie #5 – Waarom laten we studenten van die lange verslagen schrijven?
- Op zoek naar de essentie #6: Leerdoelenjungle en rubrics-terreur, wie snapt het nog?
- Op zoek naar de essentie #7: Hoeveel dwangmatige feedback kan een mens verwerken?
- Op zoek naar de essentie #8: Wie leest die giga-cursuswijzers eigenlijk?
- Op zoek naar de essentie #9: Laat roostersysteem en LMS niet het onderwijs dicteren
- Op zoek naar de essentie #10: Vind je het gek dat studenten zoveel moeten herkansen?
- Op zoek naar de essentie #11: Hoe zou je het zelf vinden om op al je werk schriftelijk te reflecteren?
- Op zoek naar de essentie #12: Je mag meer dan je denkt!
- Op zoek naar de essentie #13: Blind volgen van methodes is garantie voor tegenvaller
- Op zoek naar de essentie #14: Overbodige centralisatie – kunnen we niet beter zelf leren sturen?
- Op zoek naar de essentie #15: Grote cursussen maken het onderwijs ingewikkelder
- Op zoek naar de essentie #16: Hoe kwetsbaar kun je een programma maken?
– Teveel, ongevraagd, op de persoon, schriftelijk achteraf/summatief… er kan inderdaad van alles misgaan. Feedback begint (net zoals communicatie) in mijn ervaring bij de ander. Wat wil de student zelf weten? Pas je dat toe bij IPO?
– Krachtige feedback komt ook van gebruikers/klanten. Ook omdat deze de student in de rol van professional/ontwerper aanspreken.
– Als studenten inderdaad hooguit twee punten van feedback kunnen verwerken, als, dan pleit dat vooral ook voor korte opdrachten