‘We halen de RBS er even uit, zodat de toch al intensieve reorganisatie niet nóg intensiever wordt. Dat heet compartimentaliseren’, stelt collegebestuurder Zakia Guernina die in haar vorige functies ervaring opdeed met veranderingen en innovaties in organisaties. Binnen de hogeschool geeft zij leiding aan het samengaan van de huidige onderwijsinstituten COM, IBK, IFM, RBS en het kenniscentrum business innovation.

RBS wordt tijd en rust gegund

De centrale medezeggenschapsraad (cmr) ging al akkoord met de vorming van de HRBS, inclusief het later aansluiten van de RBS. Het collegebestuur noemde in de cmr-vergadering waarin werd gestemd over het samengaan een aantal redenen waarom het instituut meer tijd en rust krijgt.

Zo is er bij RBS een herstelperiode voor de accreditatie van de opleiding international business & languagues. Guernina: ‘Ibl heeft deze maand te maken met een hervisitatie en RBS werkt ook hard aan de accreditatie van international business (het nieuwe profiel voor alle internationale opleidingen, red.).’

Interim-opleidingsmanagers en interim-directeur

‘Daarnaast moet het managementteam tot rust komen’, stelt Guernina. Het team kreeg in een jaar tijd twee interim-opleidingsmanagers en afgelopen najaar vertrok directeur Mira Ruiken die eveneens werd vervangen door een interim-directeur.

Guernina: ‘Qua financiën moet er goed worden gekeken naar de bedrijfsvoering van het instituut. Dat zeg ik overigens tegen alle instituten.’

De pas op de plaats betekent niet dat RBS de komende tijd niks meekrijgt van de vorming van de HRBS. ‘We laten ze wel aanhaken. Ze blijven dus zeker betrokken bij de stappen die we zetten, zolang het de rust en de focus op de onderwijskwaliteit bij RBS niet in de weg staat’, vertelt Guernina.

Kritisch kijken naar HRBS-breed minoraanbod

Docenten van RBS kunnen bijvoorbeeld net als de andere docenten meewerken aan het herzien van het HRBS-brede minoraanbod. Guernina: ‘We hebben alle minoren bij elkaar gepakt en zijn nu kritisch aan het kijken welke minoren we HRBS-breed willen gaan aanbieden. Er is ruimte voor nieuwe dingen. Daarbij zullen we ook de verbinding zoeken buiten de HRBS, bijvoorbeeld met techniek, ICT, zorg, social entrepreneurship en de Willem de Kooning Academie.’

Aanstaande februari moet een deel van het nieuwe aanbod bekend zijn zodat studenten zich daarvoor kunnen inschrijven en in september 2019 kunnen beginnen.

Openstellen van projectruimtes

In de plannen stond het niet expliciet, maar ook het efficiënt omgaan met de beschikbare ruimte op de Kralingse Zoom houdt de instituten en de betrokken studenten bezig. De studenten van de cmr pleiten al langer voor het openstellen van projectruimtes en lokalen en daar is nu gehoor aan gegeven.

De regels daarover per instituut zijn vanaf deze week verleden tijd. Guernina: ‘We willen de studenten tegemoetkomen en dus staan vanaf nu de deuren van de projectruimtes op locatie Kralingse Zoom open. Dit is een mooi voorbeeld van de nieuwe manier van werken die mogelijk is geworden door de krachtenbundeling van de economische opleidingen.’

Bij RBS nog geen grotere zeggenschap onderwijsteams

Een belangrijk onderdeel van het samengaan, dat nog niet bij de RBS wordt ingezet, is de grotere zeggenschap die onderwijsteams krijgen. ‘De teams moeten wendbaarder worden en beter kunnen inspelen op de snel veranderende omgeving’, vertelde Guernina eerder . Daarbij zullen ze nadrukkelijker zelf hun ondersteuning moeten kunnen regelen en ook samenwerking gaan zoeken buiten hun huidige instituut.

Guernina: ‘Ik zie graag nieuwe coalities ontstaan. Dat gaan we onder andere in de werkplaats economie doen. Daar kunnen alle docenten binnen het economisch domein experimenteren, dus iets nieuws proberen en tot innovaties komen die later een bijdrage kunnen leveren aan het onderwijs. Bijvoorbeeld door design thinking toe te passen.’

De HRBS staat daarbij ook open voor initiatieven van studenten. Guernina: ‘We gaan binnenkort op zoek naar een werkwijze om nieuwe ideeën van studenten op te halen, te stimuleren en ermee te experimenteren.’

Werksessies met ondersteunend personeel

In de aanloop naar het instemmen met de vorming van de HRBS vond de centrale medezeggenschapsraad (cmr) het betrekken van ‘de werkvloer’ (studenten, docenten en ondersteunend personeel van de fuserende instituten) zeer belangrijk.

Daar is Guernina het mee eens: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat kwartiermaker Fred Feuerstake en zijn supportteam allerlei werkvormen toepassen om de werkvloer zoveel mogelijk actief te laten deelnemen aan de voorbereiding. Een voorbeeld daarvan zijn de werksessies die de komende weken plaatsvinden met al het ondersteunend personeel. Zelf zit ik sinds kort ook een dag per week op de Kralingse Zoom, zodat ik makkelijk een docentenkamer of een les kan binnenlopen, en omgekeerd studenten en medewerkers bij mij kunnen binnenlopen.’

De cmr vroeg verder aandacht voor het toenemen van de werkdruk bij de ondersteunende medewerkers in de periode dat de afzonderlijke instituten naar de nieuwe situatie, de HRBS, toegroeien. Het collegebestuur heeft daarover nagedacht. Guernina: ‘In de transitieperiode mogen we best wat meer vet op het bot hebben en zullen we niet al te strikt checken of we aan het maximum van 20 procent ondersteuning (tegenover 80 procent onderwijzend personeel, red.) zitten.’

Andere rol onderwijsmanagers en directeuren

Een gevolg van de gehele reorganisatie, waarbij geen gedwongen ontslagen zullen vallen, is dat de rollen van onderwijsmanagers en directeuren iets anders worden. Daarbij krijgt de HRBS een iets andere status dan de andere, kleinere, instituten van de HR.

Om de nieuwe rollen en verhoudingen zo goed mogelijk in te passen, vraagt het collegebestuur extern advies in van een organisatiebureau. Guernina: ‘Aan dat bureau vragen we om een evidence based onderzoek waarbij men laat zien hoe die rollen worden ingepast bij andere organisaties waar men ook aan het decentraliseren is.’

Tekst: Jos van Nierop
Beeld: Withney Irokromo